De op 1 oktober 2012 is de bankenbelasting ingevoerd. Deze belasting heeft als belastingbasis het totaal van schulden van banken met een balanstotaal boven de 20 miljard euro, waarbij onder andere deposito’s, die op grond van het depositogarantiestelsel voor dekking in aanmerking komen, zijn uitgezonderd.
Hierdoor betalen grotere banken een hogere belasting, wat past bij de grotere risico’s voor de overheidsbegroting van een mogelijke faillissement van een groter bank. Daarnaast is het belastingpercentage hoger voor de kortlopende schulden. Dit draagt bij aan de financiële stabiliteit, omdat dit de kosten van korte, en dus meer risicovolle, financiering verhoogt. De administratieve lasten, die gepaard gaan met invoering van deze op balanstotaal gebaseerde belasting, zijn beperkt.
Niet alleen Nederland, maar vele andere Europese lidstaten hebben een dergelijke bankenbelasting ingevoerd. Een logische vervolgstap zou daarom zijn om de bankenbelasting op Europees niveau te coördineren. Dit voorkomt dat tussen alle lidstaten multilaterale verdragen gesloten moeten worden om dubbele belastinginning te voorkomen. Een bijkomend groot voordeel van een dergelijk initiatief is dat er geen bevoegdheden aan de EU worden overgedragen, en dat er een gelijk speelveld wordt gecreëerd. Vooralsnog lijkt hiervoor echter in Europa onvoldoende draagvlak te bestaan.
Wilt u fiscaal advies met betrekking tot de bankenbelasting? Vraag dan Taksgemak om advies over de bankenbelasting.