De liquiditeit van een onderneming is de mate waarin de onderneming aan de lopende betalingsverplichtingen kan doen. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen dynamische liquiditeit en statische liquiditeit. Maar wat is het verschil tussen de dynamische en statische liquiditeit eigenlijk? En hoe bereken je deze?
Dynamische liquiditeit
Bij de dynamische liquiditeit gaat het om de verwachte inkomsten en uitgaven gedurende een bepaalde periode. Door het maken van een liquiditeitsbegroting kan worden vastgesteld of de hoeveelheid geld in de onderneming zal af- of toenemen. De liquiditeit is goed wanneer de inkomsten hoger zullen zijn dan de uitgaven.
Statische liquiditeit
Uit de balans kan de statische liquiditeit worden opgemaakt. De verhouding tussen vlottende activa en kortlopende schulden is daarbij van groot belang.
Het bedrag van de vlottende activa moet gedeeld worden door het bedrag van de kortlopende verplichtingen. Beiden kunnen van de balans worden afgelezen. De uitkomst noemt men ook wel de current ratio. Deze current ratio is goed wanneer deze 1,5 a 2 is.
Daarbij moet in het achterhoofd worden gehouden dat de balans slechts een momentopname is. De liquiditeit kan gemakkelijk beter worden voorgedaan dan de werkelijkheid is. Dit noemt men window dressing. Zo kunnen er kort na de balansdatum kortlopende verplichtingen worden aangegaan. Daarnaast kunnen vlak voor de balansdatum kortlopende schulden worden afgelost om tot een betere liquiditeit te komen.