Bedrijven met vestigingen in meerdere landen hebben vaak te maken met verschillende valuta. De winst die zo’n internationaal bedrijf maakt moet wel worden berekend. De landen moeten bijvoorbeeld vaststellen hoe hoog de voorkoming van dubbele belasting dient te zijn. Daarbij kan sprake zijn van een valutavertaalwinst. Deze moet niet verward worden met een vertaalresultaat.
Een vertaalresultaat ontstaat wanneer er sprake is van een verschil in de koers tussen de valuta van het land waar het hoofdhuis is gevestigd en de valuta van het land waar de vaste inrichting is gevestigd.
Deze valutawinst of –verlies maakt geen deel uit van de winst van de vaste inrichting maar is wel begrepen in de winst van de generale onderneming. Voor de winst uit de v.i. wordt een voorkoming verleend.
Stel dat het hoofdhuis zich in Nederland bevindt. Belast is dan de winst van de generale onderneming, dus inclusief de valutawinst, minus de betaalde belasting over de v.i.-winst in het buitenland. Deze v.i.-winst bevat dus niet het vertaalresultaat. Er wordt dus geen voorkoming van dubbele belasting verleend over een valutavertaalwinst. Terwijl deze winst wel in de generale winst tot uitdrukking komt en dus belast is.