Het drempelinkomen is een begrip waar vaak om gevraagd wordt als het om belastingen gaat. Zo is de hoogte van het drempelinkomen van belang bij de aanvraag voor bijvoorbeeld huur- en zorgtoeslag. Hoe hoger het drempelinkomen des te minder toeslag u zult ontvangen. Wanneer het drempelinkomen boven een bepaalde grens komt, bestaat helemaal geen recht op toeslag. Maar hoe bepaal je precies wat het drempelinkomen is?
Het drempelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3, maar zonder uw persoonsgebonden aftrek. Wanneer er sprake is van fiscaal partnerschap, dan wordt het drempelinkomen bepaald door het totaal van inkomsten en aftrekposten in box 1, box 2 en box 3 (exclusief de persoonsgebonden aftrek) van beide partners bij elkaar op te tellen.
Een persoonsgebonden aftrekpost is bijvoorbeeld een betaling van partneralimentatie.
Box 1, 2 en 3
Box 1: inkomen uit werk en woning (loon uit dienstbetrekking, winst uit onderneming, inkomen uit overige werkzaamheden, inkomen uit sociale uitkeringen/pensioen, inkomen uit lijfrente, inkomen uit alimentatie en het eigenwoningforfait)
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang (inkomen uit aandelen waarbij er sprake is van een bezit van meer dan 25% van de aandelen)
Box 3: inkomen uit sparen en beleggen (het gaat hier om een forfaitair rendement, de werkelijk inkomsten zijn dus van minder belang)