Onder het wettelijke kader bestaan fiscaal transparant en niet-transparante lichamen. Het kwalificatiemodel van het besluit (besluit van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M, BNB 2010/58) beoordeelt of sprake is van een transparant lichaam of van een niet transparant lichaam. Dit onderscheid is van belang omdat bij een transparant lichaam worden de achterliggende belanghebbenden betrokken in de inkomstenbelasting, het lichaam wordt dan niet zelf belast in de vennootschapsbelasting. Een niet-transparant lichaam wordt juist wel betrokken in de vennootschapsbelasting.
De eenmanszaak en VOF zijn transparant, de achterliggende persoon wordt belast in de Inkomstenbelasting en de vennootschap wordt dus niet zelf belast. Personenvennootschappen zijn in beginsel transparant tenzij sprake is van een open rechtsvorm met een in aandelen verdeeld kapitaal. Een voorbeeld hiervan is de open commanditaire vennootschap (open CV), deze is dus belast in de vennootschapsbelasting.
Lichamen met rechtspersoonlijkheid zoals de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap zijn niet-transparant en worden betrokken in de vennootschapsbelasting. Ook overige vennootschappen met een in aandelen verdeeld kapitaal zijn belast in de vennootschapsbelasting.
Criteria van het besluit om te bepalen of een lichaam wel of niet transparant is, zijn:
a. Juridische eigendom – Kan het samenwerkingsverband de juridische eigendom hebben van vermogensbestanddelen waarmee de activiteiten van het samenwerkingsverband worden uitgeoefend?
b. Aansprakelijkheid – Is er tenminste één participant onbeperkt aansprakelijk voor de schulden en verplichtingen van het samenwerkingsverband?
c. Kapitaal verdeeld in aandelen – Is het kapitaal van de vennootschap verdeeld in aandelen?
d. Toestemming vereist bij in- of uittreden van vennoten? – Is er toestemming vereist van alle participanten bij in- of uittreden van vennoten?
Naar de criteria C en D wordt pas gekeken als criterium B met ja wordt beantwoord. Wanneer het gaat om een CV-achtige hoeft slechts naar criteria D te worden bekeken. A, B en C zijn dan niet van belang.
Daarnaast bevat het besluit overige vragen die betrekking hebben op de vraag of een samenwerkingsverband vergelijkbaar met de Nederlandse CV. Deze vragen zijn onder andere:
-Wordt op naam van het samenwerkingsverband een onderneming gedreven?
-Is er tenminste één beherend vennoot en één commanditair vennoot?
-Is de beherend vennoot onbeperkt of voor een gelijk deel aansprakelijk tegenover derden?
-Is de commanditaire vennoot slechts intern draagplichtig tot het door hem ingelegde vermogen?
-Verricht de commanditaire vennoot geen externe daden van bestuur?
Vragen over de gevolgen van het zijn van een transparant of niet-transparant lichaam voor de belastingheffing? Neem contact op met Taksgemak voor de fiscale gevolgen.