Afhankelijk van het inkomen, het aantal kinderen, de prijs van de kinderopvang en het aantal kinderopvanguren kunnen ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Het is een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang met betrekking tot kinderen die nog niet naar het basisonderwijs gaan voor ouders die een opleiding volgen of werken. De tegemoetkoming is gebaseerd op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko).
De hoogte van de toeslag is neergelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag. Per kind geldt er een maximaal aantal opvanguren van 230 uur per maand. Mocht één van de ouders minder uren werken dan kan niet voor meer uren kinderopvangtoeslag worden aangevraagd. Daarbij is de partner die het minste aantal uren werkt leidend. Tevens geldt een maximum uurtarief, welke afhankelijk is van de soort opvang. Ook hier geldt, mocht de kinderopvang minder kosten dan het maximaal te vergoeden tarief, dan worden alleen de werkelijke kosten vergoed.
De wetgever streeft ernaar om de kosten van kinderopvang voor één derde deel door de overheid te laten dragen, voor één derde deel door de werkgever en voor één derde deel door de ouders zelf. In de bijlage bij het Besluit kinderopvangtoeslag is de tegemoetkoming van het Rijk als percentage van de kosten van de kinderopvang uitgedrukt. Er zit een verschil tussen het percentage van de kosten dat voor het eerste kind vergoed wordt, en de kosten die worden vergoed indien binnen één huishouden meerdere kinderen gebruik maken van opvang. Lagere inkomens krijgen procentueel gezien een hogere tegemoetkoming dan hogere inkomens. Wie meer dan € 118.189 verdient, krijgt geen enkele vergoeding van de kinderopvangkosten met betrekking tot het eerste kind. Voor de overige kinderen wordt een tegemoetkoming van 72,6 procent gegeven. Ter vergelijking, inkomens tot € 17.229 krijgen 90,7 procent van de kinderopvangkosten van het eerste kind vergoed en 93,3 procent van de overige kinderen. De werkgever betaalt de bijdrage aan de kinderopvangtoeslag via een sectorfonds. Sinds 2012 bedraagt deze premieopslag 0,50 procent van het loon van de werknemers. Deze opslag geldt voor het loon van alle werknemers, ook voor werknemers zonder kinderen.
De wetgever stelt als belangrijkste doel van de kinderopvangtoeslag de bijdrage aan de arbeidsdeelname en het belang voor de macro-economische groei. Uit onderzoek is gebleken dat de kinderopvangtoeslag inderdaad bijdraagt aan de arbeidsparticipatie van jonge moeders. In 2011 ontvingen 537.000 ouders kinderopvangtoeslag. Daarbij ging het om een bedrag van gemiddeld € 5.300. Dit komt neer op een totaal bedrag van € 2.846 miljoen.
Kinderopvangtoeslag aanvragen is lastig, laat daarom de toeslag aanvragen door Taksgemak.