Ondernemers kunnen er voor kiezen om een percentage van de winst te reserveren als oudedagsreserve. Over dit deel van de winst hoeft dan geen belasting te worden betaald. Bij een latere uitkering, bijvoorbeeld na het pensioen of na omzetting in een lijfrente-uitkering, dan wordt er wel belasting geheven.
Het voordeel van de oudedagsreserve komt met name terecht bij succesvolle ondernemers. Deze vallen in de 52%-schijf en betalen dus veel belasting. Door het geld pas op latere leeftijd te belasten kunnen zij in een lagere schijf terecht komen, of zelfs helemaal geen belasting betalen in verband met de verschillende heffingskortingen die er zijn. Op latere leeftijd is er immers vaak minder inkomen waardoor de hoogste schijf kan worden ontweken. De oudedagsreserve is dus niet alleen uitstel van belastingheffing, maar kan ook zeker leiden tot voorkoming van belastingheffing.
De oudedagsreserve is een vast percentage van de winst. In 2015 is de toevoeging aan de oudedagsreserve 9,8% van de winst, met een maximum van € 8.631,-. Dat kan dus een belastingbesparing opleveren van € 4488,12 in 2015. Er kan niet voor worden gekozen om minder dan 9,8% van de winst toe te voegen aan de oudedagsreserve.
De valkuil van de oudedagsreserve is dat dit puur een fiscaal foefje is. Het geld hoeft niet daadwerkelijk te worden gereserveerd. Heel veel ondernemers die reserveren dan ook wel voor de oudedagsreserve, maar zetten dit geld niet daadwerkelijk opzij. Jaren later komt de Belastingdienst dan uiteraard wel haar geld opeisen. En dan is het geld wellicht al lang uitgegeven. Het is dus zeker aan te raden de oudedagsreserve daadwerkelijk in cash aan te houden op de rekening of in de vorm van beleggingen.
Een goed fiscaal kantoor waar ze altijd de ondernemer informeren over de gevolgen van de fiscale oudedagsreserve is Taksgemak.